Homeopathie

Homeopathie is een geneeswijze, die het zelfherstellende vermogen van het eigen lichaam stimuleert en is gebaseerd op de in 1796 geformuleerde ideeën van de Duitse arts Samuel Hahnemann.
Binnen de homeopathie is het gelijksoortigheidsbeginsel zeer belangrijk. Het gelijksoortigheidsbeginsel houdt in,  dat een homeopathisch geneesmiddel geschikt is voor de behandeling van een ziekte als het middel bij een gezond persoon dezelfde ziekteverschijnselen opwekt, als die waaraan de zieke lijdt. Dit houdt o.a. in, dat je wanneer je je hand verbrandt, je deze niet moet koelen onder lauw water, maar onder zo warm mogelijk water. Dit klinkt vreemd, maar probeer het eens uit. Neem eens een zo warm mogelijke douche na zonnebrand.
(Vroeger was het regulier advies trouwens om het met koud water te koelen; het gaat dus de goede kant op.)

Waar komt dit verschil van inzicht vandaan? Waarom wordt er regulier gekoeld en wordt er vanuit de homeopathie geadviseerd warmte toe te voegen bij verbranding?
Binnen de homeopathie zijn we gewend om het lichaam een zo klein mogelijke prikkel tot zelfherstel te geven. Wanneer we te warm worden, gaan we zweten, de huid wordt meer doorbloed –we gaan rood zien- en op die manier koelen wij af. Wanneer wij na een verbranding dus wat extra warmte toevoegen, reageert het lichaam daarop met verkoelende maatregelen. De extra bloedtoevoer die dit oplevert, voert tevens de afbraakproducten van de beschadigde cellen af, waardoor er minder kans op blaarvorming is. Een zo klein mogelijke prikkel houdt in, dat je met de reactie van het lichaam meebeweegt. Ga je namelijk tegen de natuurlijke reactie van het lichaam in, dan heb je een steeds sterkere prikkel nodig. Dit is de reden waarom mensen met bijvoorbeeld pijnklachten een steeds hogere dosering van een pijnstiller nodig blijken te hebben. De pijnprikkel geeft het lichaam namelijk af, omdat er iets mis is. Wanneer het lichaam niet in staat is, dat wat mis is te herstellen, zal het een pijnprikkel af blijven geven.

 

 Binnen de homeopathie is het gebruikelijk, dat de middelen op gezonde mensen getest worden. Dit levert voor ieder homeopathisch geneesmiddel een zeer uitgebreid geneesmiddelbeeld op. Dit geneesmiddelbeeld omvat lichamelijke, emotionele en mentale symptomen. Tevens wordt vermeld wat de klacht helpt verbeteren of wat de klacht verergert.
Dit laatste klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het vaak lastig, om die informatie bij de patiënt te verkrijgen. We zijn namelijk gewend geraakt om een klacht even snel “weg te werken”. Wanneer je ergens pijn hebt, neem je toch gewoon een pijnstiller! Instinctief weten we vaak niet meer wat goed voor ons is.
Toen ik jaren geleden als basisschoolleerkracht mijn verjaardag vierde, werd een van de kinderen door moeder gebracht. Hij was eigenlijk ziek, maar wilde er zo graag bij zijn en ik kon bellen als het toch niet zou lukken. Ik heb aan hem gevraagd wat er scheelde: misselijk en buikpijn! Als homeopaat weet je, dat er geneesmiddelbeelden zijn, die bij deze klachten verbeteren met warmte en dat er zijn die verbeteren met koude. Een warme fles tegen zijn buik, gaf na een minuut of 5 de reactie: “Ik word nog misselijker!”. Het ijsje wat hierop volgde gaf na een minuut of 10 een twinkeling in zijn ogen en de reactie: “Dat ga ik thuis vertellen! Ik heb een ijsje nodig als ik buikpijn heb! Hij heeft de hele dag gezellig mee kunnen doen.